Boze Furby?

Even stonden de kranten vol over kinderen die bang zouden zijn van hun Furby. Wat was er aan de hand? De populaire interactieve bleek beter te reageren op hoe kinderen met dit speelgoed omgaan, dan ouders en kinderen hadden verwacht.

Wanneer je op een goede manier met een Furby omgaat, hem aandacht, “eten” en knuffels geeft, verandert zijn stemming iedere keer naar een vrolijkere en lievere speelkameraad. Ga je hem echter “pesten”, bijvoorbeeld door aan zijn staart te trekken of andere dingen te doen die niet leuk zijn, dan wordt Furby ‘boos’. En in dat boze gedrag ziet hij er enger uit en klinkt hij harder, wat door kinderen als angstaanjagend kan worden ervaren.

Het goede nieuws is dat een boze Furby gewoon weer lief kan worden, door weer goed voor hem te zorgen. Het kan even duren voor zijn “stemming” omslaat, dus wanneer je kind bang geworden is, is het raadzaam om zelf even met de Furby aan de slag te gaan. Even eten geven, via de app muziek afspelen, eventueel met de vertaalapp de signalen goed uitleggen aan je kind en in no-time heb je weer een gezellig speelkameraadje voor je kind.

Ook goed om zo’n moment te gebruiken voor een gesprek over de invloed van pesten, of over goed verzorgen en verantwoording dragen. Wat dat betreft heeft de Furby, naast dat het leuk, interactief speelgoed is, zeker een functie in het aanleren van gewesnt gedrag aan kinderen. Zeker in gezinnen zonder huisdier, waar je kinderen automatisch meegeeft hoe je met een dier omgaat, kun je al spelende laten zien dat een goede omgang beloond wordt.