Erwtensoep oftewel Snert is echt een winters gerecht. Ik durfde deze soep eigenlijk nooit te maken. Hij oogt heel complex. Totdat ik opeens een recept hiervoor tegen kwam en zag dat erwtensoep eigenlijk heel makkelijk en snel te maken is. Wat ik er ideaal aan vind, is dat het een maaltijdsoep is waardoor je (naast een stukje brood) gelijk klaar bent. Zeker op koude gure dagen, na een stevige wandeling, een schaatstocht of een sneeuwballen gevecht, een makkelijke voedzame maaltijd. Alleen even van tevoren maken en op het moment suprême opwarmen.
Ingrediënten van mijn recept:
2 liter water
500 g spliterwten
500 g buikspek (of anders spek in blokjes)
1 rookworst
1/4 knolselderij
1 ui
2 kleinere winterwortels of 1 hele grote
3 prei (alleen het witte stuk)
Een paar takjes bladselderij
1 laurierblad
Peper
Zout
Wat moet je doen:
Doe 2 liter water samen met het spek, de spliterwten, het laurierblad en wat zout in een grote soeppan. Laat dit voor 45 minuten koken. Regelmatig afschuimen!
Snij ondertussen de ui, prei, wortel en de knolselderij in blokjes. Snij de rookworst in plakjes en hak de blaadjes van de bladselderij fijn.
Haal na de 45 minuten koken de spek uit de pan en snijd deze in blokjes. Als je al spekblokjes gebruikte, hoeft dit natuurlijk niet. Doe de spek weer terug in de pan, samen met de ui, prei, wortel, knolselderij, rookworst en bladselderij. Laat dit alles nog 30 minuten zachtjes koken. Voeg naar smaak nog wat peper en zout toe. Vis voor het serveren het laurierblad uit de pan.