Alle kinderen zijn uit logeren en dat komt niet vaak voor. Dus meneer B en ik gaan uit eten in een restaurant waar ze lekker geen pizza, hamburgers, frietjes en pannenkoeken serveren.
Vlakbij ons zitten een moeder (ik vermoed richting 70) en een dochter (rond de 40) te eten en te praten. De dochter is mooi; weelderige blonde haren. Ze straalt succes uit. Ze doet iets met marketing, denk ik, en yoga. Ja, ze heeft vast een goede pr baan, maar daarnaast geeft ze ook nog yogales. Of mindfullness, dat kan natuurlijk ook. En ze woont in een prachtig appartement met een hele smaakvolle inrichting; iets met Ibiza of retro-sjiek.
De moeder is een beetje muizig, met zo’n praktisch kort, grijs kapsel, maar wel met een lief en intelligent gezicht. De dochter is de hele tijd aan het woord, de moeder krijgt er nauwelijks een speld tussen. Zij luistert belangstellend naar haar dochters succesverhalen. Zo nu en dan komen er een medewerker van het restaurant naar hun tafeltje om een praatje te maken en kussen uit te delen; de dochter kent ze kennelijk allemaal. Ik krijg een beetje medelijden met de moeder. Of vindt ze het wel prima? Kijkt ze gewoon tevreden naar die mooie, volwassen dochter tegenover haar en denkt ze “dat heb ik goed gedaan, die is prima terecht gekomen, straks lekker thuis de NRC lezen en de kat aaien”.
Ik denk aan de relatie met mijn eigen moeder en aan één van de weinige keren dat we met zijn tweeën uit eten gingen. Die ene keer toen ik net het huis uit was. Ik zie zelfs het restaurant nog voor me en het straatje waar het was. Dat is inmiddels meer dan 25 jaar geleden. Mijn moeder moest heel erg huilen en ik wist niet wat ik daar mee aan moest. Ik voelde me heel erg opgelaten met een huilende moeder in een restaurant en wenste dat de avond snel voorbij zou gaan en ik weer terug kon naar mijn gloednieuwe en zelfstandige leven…
Ik denk aan de relatie met mijn eigen dochter. Wij zijn nog nooit samen uit eten geweest. Nu ja, ze is ook nog maar vijf. Laatst deed ze haar knalroze Mickey Mouse zonnebril met gouden spiegelglazen op. “Die staat je goed!” zei ik enthousiast. “ja, dat weet ik”, zei de dochter. Er klonk iets zelfbewusts in door. Ik las het gedicht van Rutger Kopland over dochters die vertrekken en moest alvast in het voren een beetje huilen. Dan houd ik het straks in dat restaurant, over een jaar of 13/14 hopelijk droog…
Vertrek van dochters
Ze moesten inderdaad gaan, ik had het gezien
aan hun gezichten die langzaam veranderden
van die van kinderen in die van vrienden,
van die van vroeger in die van nu.En gevoeld en geroken als ze me kusten,
een huid en een haar die niet meer voor mij
waren bedoeld, niet zoals vroeger,
toen we de tijd nog hadden.Er was in ons huis een wereld van verlangen,
geluk, pijn en verdriet gegroeid, in hun
kamers waarin ze verzamelden wat ze mee
zouden nemen, hun herinneringen.Nu ze weg zijn kijk ik uit hun ramen en zie
precies datzelfde uitzicht, precies die
zelfde wereld van twintig jaar her,
toen ik hier kwam wonen.Rutger Kopland
Voor andere, persoonlijke, blogs van Trotse Moeders, klik hier >>>>