Wetenschappers van de Erasmus Universiteit in Rotterdam hebben een onderzoek uitgevoerd om te kijken of het beoefenen van een staand beroep en draaien van lange werkdagen gedurende de zwangerschap invloed heeft op de foetus. Ze hebben dit onderzocht uitgevoerd doormiddel van een enquête over het werk tijdens de zwangerschap af te nemen onder zwangere vrouwen. Hierbij hebben ze ook gekeken naar de grote van de foetus in de buik en de grote van het kind na de geboorte.
Het viel de onderzoekers op dat de kinderen van de vrouwen die tijdens de zwangerschap een staand beroep hebben gedaan, vaak lichter zijn en een kleinere hoofdomtrek hebben. Dit hoeft niet voor problemen te zorgen natuurlijk, maar de kleinere baby’s hebben wel een grotere kans op ademhalingsproblemen, hartafwijkingen en spijsverteringsproblemen. Ook zijn er aanwijzingen dat het kind later een grotere kans heeft op leerproblemen en groeistoornissen.
Ook bij vrouwen die gewoon fulltime door blijven werken tijdens de zwangerschap is er uit gekomen dat de baby’s gemiddeld kleiner zijn dan normaal. De hoofdomtrek van deze baby’s zijn gemiddeld 1 centimeter kleiner dan de baby’s van vrouwen die maar 25 uur per week werken. Ook zijn de baby’s tussen de 148 en 198 gram lichter. Doorwerken tot een maand voor de geboorte bleek echter geen nadelig effect te hebben op de grootte van het kind.
Dat ket kind kleiner en lichter in dan gemiddeld wordt veroorzaakt doordat het zware werk en het staande werk de toestroom van het bloed naar de foetus kan belemmeren. Hierdoor krijgen ze niet voldoende voedingsstoffen en zuurstof binnen, die belangrijk zijn voor de groei van het kind. De wetenschappers zijn er alleen nog niet over uit waar dit door komt. Ze denken dat het uiteindelijk veroorzaakt wordt door de stress die het werken met zich mee brengt.