Een meisje heeft ook een vriendelijke vader nodig’, schreef Spock in 1946. Dat hoor je niet vaak meer. Niet omdat vaders nu vriendelijker zijn dan vroeger, maar omdat ze nadrukkelijker aanwezig zijn bij de opvoeding. Tenminste, dat zou je verwachten nu steeds meer vrouwen werken. Maar is dat eigenlijk wel zo?
En wanneer vaders er nu vaker voor hun kinderen zijn: welke consequenties heeft dat dan? Worden kinderen daar ook leuker of beter van? En hoe is het voor vrouwen die fulltime werken en hun kinderen hun eerste pasjes zien doen via de webcam of voor vrouwen die bewust thuisblijven en beticht worden van kapitaalvernietiging?
Wat is opvoeden eigenlijk? Zorgen dat de kinderen ’s ochtends heelhuids en op tijd op school komen, gekleed, gevoed en met overblijfboterhammetjes? Eén ding is zeker: hoe het afloopt, dat zit uiteindelijk allemaal in de genen. Immers: regels die je op kinderen zou moeten toepassen, vertellen vooral veel over degene die ze toepast of overbrengt, en minder over de adviezen zelf. In Groot worden ze toch wel zijn veel verhalen verzameld en in perspectief geplaatst. Ongeacht of het nu om de bewust ongehuwde vader, thuisblijfmoeder, ploetermoeder of de tv-nanny gaat – ze komen allemaal aan bod.
Recensie
Groot worden ze toch wel is een bijzonder leuk boek. En wat ziet het er geweldig uit! En een bijzonder informatief boek, wat je heel veel vertelt over opvoeden en vooral over opvoeders, over alle verschillende manieren die er zijn om een kind groot te brengen. Maar dat is het dan ook. Verwacht geen (zelf)hulpboek vol praktische tips over hoe je beter kan communiceren met je kind, of hoe je consequenter kan zijn. Nee, gewoon een boek over hoe het er bij anderen aan toe gaat. Er wordt een tijdsbeeld neergezet, zonder oordeel, zonder iets goed of fout te vinden. En dat is heel verfrissend.
Het enige waar ik niet onverdeeld positief over was, waren de tekstjes tussendoor. De eigenlijke tekst van het boek wordt regelmatig onderbroken door blauwe stukjes tekst, waardoor het, wat mij betreft, minder goed leesbaar wordt. Het gaat om bijbehorende praktijkverhalen, de auteur heeft zich zo te zien uitvoerig laten informeren, alleen is het mij nooit helemaal duidelijk geworden van wie deze commentaren afkomstig zijn. Eerst dacht ik dat het gedachtegangen, anekdotes of belevenissen van de schrijver waren, maar daarvoor zijn het er teveel. Ze zullen dus hun oorsprong vinden in interviews die de schrijfster met verschillende mensen gehouden heeft, maar wie deze mensen zijn en waarom juist zij om hun mening gevraagd werden, blijft onduidelijk. Maar zo erg is dat allemaal zeker niet, want het zijn leuke en, op zijn tijd, zeer vermakelijke stukjes tekst en vaak o zo herkenbaar.
Ook de ‘groeten uit’ zijn erg leuk en geven een kijkje in het kind-zijn in andere landen, in hoe ze het elders doen, En dat is in sommige gevallen echt heel anders. Niet zelden dacht ik bij mezelf: wat ben ik blij dat we gewoon in Nederland wonen. ‘De groeten uit’ staan door het hele boek verspreid en zijn medeverantwoordelijk voor de frisse uitstraling ervan.
Aan het einde van het boek wordt geen conclusie getrokken. Dat maakt dat het boek een beetje abrupt eindigt. Maar wat ik eraan heb overgehouden en wat ik tot nu toe in geen enkel ander boek of artikel over opvoeden ben tegengekomen is de slotsom dat als je je kinderen opvoedt vanuit een warm hart, het allemaal wel goed komt, of je nou linksom of rechtsom gaat, éénoudergezin of samengesteld, streng of los, het maakt allemaal niet zoveel uit: groot worden ze toch wel. En dat is een heel geruststellende gedachte.
Groot worden ze toch wel – Toef Jaeger & Viola Lindner
Opvoedboek, paperback, 217 pagina’s, Uitgeverij Contact
Lees ook:
Kind in Balans
Gelukkige kinderen, de gebruiksaanwijzing
Ouderschap vanuit je hart