Sinds ik het nieuwe prentenboek Olifantje in het bos in huis heb, zit het gelijknamige liedje steeds in mijn hoofd. Olifantje in het bos is een van de vaak gezongen kinderliedjes in ons huis en het brengt mooie herinneringen terug!
Olifantje in het bos – de film
Binnenkort komt de vrolijke familiefilm Olifantje in het bos in de bioscoop. Een film die gebaseerd is op het bekende liedje. In de film staan twee zusjes centraal waarbij het zusje Nim het syndroom van Down heeft en haar zus zich verantwoordelijk voelt.
Olifantje in het bos -prentenboek
In het boek Olifantje in het bos blijven we dichter bij het liedje. Nim is een klein olifantje. Ze is net even anders dan de anderen. Ze is avontuurlijk en heeft een klein kuifje. En de bedoeling is dat ze de staart van haar moeder vasthoudt. En natuurlijk laat ze los wanneer ze iets moois ziet…

Voorlezen
Het boek is heerlijk om voor te lezen. Er zit veel herhaling in en veel woorden waarbij je zelf een draai kunt geven aan de geluiden die daarbij horen. Het is echt een lief boekje, met een lief verhaal. De illustraties zijn van Marlies van der Wil en zijn kleurrijk en erg vriendelijk. Kortom: een aanrader, zeker wanneer je ook de film gaat zien. En als bonus krijg je gratis het kinderliedje weer in je hoofd 😉

Algemene informatie
Nimmetje Nim is een bijzonder olifantje met een vrolijk kuifje op haar kop. Ze is net iets grappiger, net iets ondeugender en net iets nieuwsgieriger dan de andere olifanten.
Tijdens een wandeling laat Nimmetje Nim, tegen alle regels in, mama’s staartje los. Ze gaat heel eigenwijs achter een prachtige kolibrie aan en vindt de mooiste plek van het bos. Een prachtig meer met een regenboog van kleuren die ze zelf tevoorschijn tovert met haar slurf. Mama is trots op haar eigenwijze Nimmetje, want die nieuwsgierigheid maakt haar juist zo bijzonder. En haar kuifje natuurlijk!

Olifantje in het bos is een speels prentenboek over de kracht van anders zijn. Het prentenboek is uitgegeven als hardcover van 32 pagina’s door uitgeverij Volt en is geschreven door Meikeminne Clinckspoor en Tijs van Marle.