Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst een hele nacht heb doorgeslapen. Dat moet ergens in de zevende maand van mijn zwangerschap zijn geweest. Daarna kwam mijn blaas door die alsmaar groeiende buik dusdanig in de verdrukking, dat ik meerdere malen per nacht mijn bed uit moest om te plassen. Ook de pijn in mijn bekken en de jeukende uitslag op mijn buik hielden me wakker. Dat er in de eerste weken na Sterre haar geboorte zo goed als helemaal niet meer werd geslapen, hoef ik aan niemand uit te leggen.
Inmiddels zijn we zes maanden verder en ben ik eraan gewend geraakt dat ik drie keer per nacht word gewekt door snikgeluiden uit de babyfoon. Op de automatische piloot loop ik naar de babykamer, til Sterre uit haar bedje en draag haar wiegend en sussend mee naar de keuken. Met een soepele handbeweging draai ik het knopje van de flessenwarmer omhoog tot het rode lampje aangeeft dat het flesje water, dat ik eerder op de avond had klaargezet, wordt opgewarmd. Natuurlijk duurt het een eeuwigheid voor het op temperatuur is en Sterre heeft weinig geduld. Om te voorkomen dat mijn zoon – wiens slaapkamer recht tegenover de keuken ligt – wakker wordt van het gehuil, wieg ik Sterre rond door de gang en probeer ik haar af te leiden met de lichtschakelaar of met het handgeweven masker uit Kenia, dat naast de deur van het toilet hangt. Beiden vindt ze reuze interessant, maar net niet interessant genoeg om te vergeten dat ze honger heeft. Uiteindelijk besluit ik dat lauwe melk in ieder geval beter is dan koude melk en haal ik het flesje uit de flessenwarmer. Met Sterre stevig tegen me aan geklemd, draai ik met beide handen het flesje open. Met één hand pak ik het doseertorentje met melkpoeder dat ik eveneens eerder op de avond had klaargezet (ja ja, een slimme meid is op de toekomst voorbereid), draai met duim en wijsvinger het dopje eraf en deponeer de inhoud al schuddend in het flesje. Vervolgens draai ik het flesje weer dicht en probeer ik met een graaiende Sterre op mijn arm de keukendeur dicht te doen zonder die felbegeerde lauwe melk te laten vallen. Nadat ik me in de fauteuil heb geïnstalleerd en Sterre het speentje van de fles in haar mond heeft, is een klokkend en smakkend geluid het enige dat de stilte van de nacht doorbreekt.
Drie kwartier tot een uur later ligt Sterre weer snurkend en wel in haar bedje, terwijl ik in de keuken haar flesje afwas en alles klaar zet voor de volgende voeding. Tot slot ga ik nog even naar de wc – eindelijk, want ik moest al sinds Sterre luid snikkend had aangekondigd dat ze wakker was en honger had – en duik ik nog even voor twee uurtjes mijn bed in. Het is een vaste routine geworden en ik weet onderhand al niet beter meer. De wallen onder mijn ogen en de algehele vermoeide blik vormen een essentieel onderdeel van mijn nieuwe-mama-look en vallen niemand meer op. Toch zou ik het best fijn vinden om weer eens een hele nacht door te kunnen slapen. Eén nachtje maar, meer vraag ik niet. Wat een zaligheid zou dat zijn!