Als de tijd voorbij is en de dood zich aandient [persoonlijk verhaal]

Als volwassenen vroeger klaagden dat de tijd veel te snel ging dacht ik: wat een onzin. De tijd ging namelijk helemaal niet snel. Het leek stil te staan als iets saai was, bijvoorbeeld rekenles. Het leek onuitputtelijk als je lekker aan het spelen was en het leek tergend langzaam te gaan als je zeven weken schoolvakantie had en jij de enige was die nooit weg ging. Nee, ik begreep er niets van.

Later, toen ik adolescent was begon ik me langzaam maar zeker te beseffen dat tijd maar eenmalig te gebruiken is en dat je lang niet altijd alles tegelijk kunt. Vaak kon ik nog dingen combineren, zoals studeren in de trein, waardoor ik tijd over hield voor leuke dingen, maar steeds vaker ging het anders.

Als twintiger verhuisde ik tachtig kilometer bij mijn familie vandaag en werd  tegelijkertijd mijn chronische ziekte heviger. Ik kon echter nog niet echt afscheid nemen van mijn familie en ging stage lopen bij hen in de buurt, het brak me uiteindelijk.

Toen mijn energie nog beperkter werd en ik  heel erg veel sliep realiseerde ik me dat tijd zelf een zeer kostbaar goed is.

Het was ook het moment dat ik het niet meer kon opbrengen wekelijks naar “huis” te gaan. De tijd dat ik wel energie had wilde ik anders besteden.

Vanaf het moment ik mijn eerste (en later tweede) kind kreeg werd mijn leven drukker en zag ik mijn familie vrijwel helemaal niet meer. Dat deed pijn, maar ik had de energie niet om keer op keer het voortouw te nemen. De aansluiting met de familie miste ik, maar naarmate de tijd verstreek legde ik me erbij neer. Bewust zette ik de familiegeschiedenis in de ijskast. Dat hield ik prima vol.

Toen ik twee weken geleden te horen kreeg dat mijn tante van 60 jaar (en 339 dagen) terminale kanker heeft hield ik mezelf voor dat ik haar te lang niet meer had gezien om het me verdrietig te laten maken. Waarom zou ik nog eenmaal langs gaan terwijl ik haar met dan vijftien jaar niet had gezien?

Het zou hypocriet zijn om naar haar toe te gaan terwijl we zolang geen contact hadden gehad. Ze zat vast niet op mij te wachten.

Uit het oog is echter niet uit het hart en ik heb nog heel vaak aan haar gedacht al die jaren, ik mis(te) mijn familie nog altijd.

Een hele dag hield ik het dwarse gevoel vast, als een verbolgen peuter, maar toen kwam toch ook het besef dat zij achttien jaar lang een soort van tweede moeder voor me is geweest. Niet dat ik daar nu altijd blij mee was, maar toch kon ik altijd bij haar terecht. Ze was er altijd als het nodig was. Haar deur stond altijd open.

Hoe kon ik vergeten zijn wat voor geweldige vrouw zijn was, ondanks haar negatieve kanten?Hoe kon ik geen afscheid van haar nemen?

Die avond huilde ik als een klein kind. Het voelde als nieuws dat mijn eigen moeder dood gaat. Ik zette mijn eigen gedachten over hypocrisie opzij, vroeg of ze mij wel wilde zien en reed de volgende avond de tachtig kilometer naar het noordoosten. Daar trof ik een zeer krachtige vrouw, maar ik merkte dat het haar veel verdriet doet dat ze haar man, kinderen en kleinkinderen moet achterlaten.

Een paar dagen later gingen we halsoverkop met de twee kleintjes naar haar toe. Daar zag ik met eigen ogen hoeveel ze ook van hen houd en ik realiseerde me dat ik de tijd door mijn vingers heb laten glippen.

Tot dat moment realiseerde ik me niet dat de tijd gewoon verstrijkt, hoe vaak je je ook voorneemt naar iemand toe te gaan. En ik dacht aan al die gemiste kansen. Mijn gemiste kansen.

Twee uur geleden hoorde ik dat het heel erg slecht gaat. Tussen het ziekenhuisbezoek, de uitslag en de dood zitten maar een paar weken. Er komt voor mij geen volgende keer meer, ik zal haar nooit meer zien. De laatste knuffel is gegeven!

We denken allemaal wel eens aan de dood, aan de mogelijkheid dat het zo voorbij kan zijn, maar we staan er nooit te lang bij stil. Dat maakt het leven ondraaglijk. We houden onszelf voor dat er nog genoeg zandkorrels in de bovenste helft van de zandloper zitten en gaan door.

Tot we op een dag weten: de laatste korrels door het smalle gat zullen verdwijnen en we deze zandloper niet kunnen omdraaien. De tijd zit erop. Voorgoed! De tijd is als zand door onze vingers geglipt.

Share

About Leandrah

c.aagenborg@chello.nl'
Mijn naam is Leandrah. Ik ben de trotse moeder van dochter Syrah (2007) en zoon Jonah (2011).

Check Also

Een dagje weg met de familie: zo hak je de knoop door

Eindelijk hebben jullie een datum geprikt waarop de hele familie een dag vrij heeft en …

Share
Share