Embryoreductie is het afbreken van de zwangerschap van één of meerdere embryo’s bij een meerlingzwangerschap. Deze ingreep kan rond de 10de week van de zwangerschap plaatsvinden met de gedachte dat overgebleven embryo’s een betere overlevingskans hebben.
Lidewij van de Mheen deed onderzoek deed naar meerlingzwangerschappen en promoveert vandaag bij VUmc. Een van de conclusies uit haar onderzoek is dat embryoreductie de zwangerschap kan verlengen maar niet zonder risico is.
Uit het persbericht:
Meerlingzwangerschappen, waarbij er meerdere foetussen tegelijkertijd in de baarmoeder groeien, vormen ongeveer 2% van de zwangerschappen in Nederland. Ze zorgen voor een verhoogd risico op complicaties voor zowel moeder als kinderen. De moeder kan last krijgen van een hoge bloeddruk, zwangerschapsvergiftiging of suikerziekte. En bij de bevalling is er een verhoogde kans op keizersnede of veel bloedverlies. Voor de kinderen is er een verhoogde kans op vroeggeboorte. Hoe vroeger de baby geworden wordt, hoe groter de kans op sterfte of het ontstaan van een handicap.
Embryoreductie kan bij een meerlingzwangerschap de draagduur met enkele weken verlengen, maar de risico’s op vroeggeboorte en sterfte van één of meer kinderen worden niet verlaagd. Ook kan de zwangerschap mislopen door de ingreep zelf.
Bij embryoreductie worden één of meer foetussen gedood in de hoop dat de verhoogde kans op complicaties afneemt. Van de Mheen onderzocht zwangerschappen waarbij embryoreductie heeft plaatsgevonden. Ze ontdekte dat embryoreductie de gemiddelde zwangerschapsduur met enkele weken verlengde maar dat de risico’s op vroeggeboorte en sterfte van één of meer kinderen niet verlaagd worden.
De ingreep zelf is echter ook niet zonder risico’s. Er kan bloedverlies ontstaan of er kan een miskraam optreden. “Er is dus een risico dat de zwangerschap misgaat door de procedure zelf en dit is belangrijk om te vertellen aan aanstaande ouders die de procedure overwegen te ondergaan.”
Van de Mheen stelt dat het voor vervolgonderzoek belangrijk is om in kaart te brengen wat de overwegingen voor aanstaande ouders zijn om wel of geen embryoreductie te doen en de psychologische gevolgen hiervan. “Ook willen we voor vervolgonderzoek van de overgebleven kinderen weten hoe ze zich op de lange termijn ontwikkelen.”