Afscheid van de Kleutertijd

Pling. De nieuwsbrief van school verschijnt als een icoontje op mijn scherm. Ik klik hem open, zo vlak voor de vakantie zal er wel niet veel te melden zijn. En inderdaad, er worden talloze ouders, juffen en andere helpende handen bedankt voor hun hulp en vlijt, er wordt teruggeblikt op een mooi en intensief schooljaar, behaalde resultaten, bijzondere gebeurtenissen. Ik scan de woorden en denk bij mezelf bla, bla, bla.

En dan bam. Daar staat het: afscheid van de oudste kleuters. Met veel bombarie wordt het feest ter ere van het einde van hun kleuterjaren aangekondigd. Alsof het iets leuks is.. De tranen lopen al snel over mijn gezicht. Ook van mijn kleuter wordt afscheid genomen.

Twee jaar geleden ging hij voor het eerst naar school. Ik zie hem nog zitten. Toen nog een mollig, klein ventje, zijn handjes vastgeklemd om de zitting van het stoeltje, de ogen groot van angst. Er rolden dikke tranen uit. Hij deed niets, zei niets, riep niet dat ik blijven moest, klampte zich ook niet aan me vast. Had hij dat maar gedaan misschien. Nu zat hij daar, alleen en zo klein nog.

Het wennen duurde één dag. Alle daaropvolgende dagen stond hij ’s ochtends fluitend op om naar school te gaan. Hij vond het er geweldig, want op school hadden ze technisch Lego. Twee jaar lang bouwde hij de meest fantastische machines, vliegtuigen en fabrieken. Letters en cijfers leren vond hij leuk, zijn werkjes deed hij braaf, maar het bouwen met Lego bleef veruit favoriet.

Het mollige ging eraf en het kleuterige verdween. Langzaamaan werd hij een jongen, groot, slank en met veel woorden. Hij ging spelen bij vriendjes, werd uitgenodigd op verjaardagen, kwam hele middagen al niet meer thuis. Maar het ging geleidelijk en ik was trots. Trots op wie hij aan het worden was, trots op mijn zelfstandige kleuter.

En nu opeens is hij kleuter-af. Zomaar. Plotseling wordt hij 6 en gaat hij naar groep 3. Ineens moet hij keurig aan een bureautje blijven zitten en tafels uit zijn hoofd leren, mag hij alleen nog met speelkwartier buiten spelen.

Ik vraag aan hem of hij zin heeft om naar groep 3 te gaan. Ik weet dat hij graag wil leren lezen en schrijven. Deze vraag stel ik dan ook alleen ter geruststelling van mijzelf. Maar hij zegt: “Nee”. “Nee? Waarom niet?” “In groep 3 hebben ze geen technisch lego”, zegt hij. “Daar mag ik niet meer spelen.”

Ik wil tegen hem zeggen dat hij altijd mag spelen, dat je het spelen niet verleerd, maar ik hou mijn mond, want het is niet waar. Want spelen verleer je wel. Wanneer speel ikzelf nou nog? Nooit meer. Alleen als ik meespeel met mijn kinderen en zelfs dat vind ik max. een half uur leuk.

Ik kijk naar hem en zie de vent die hij geworden is. En wat ben ik blij dat hij niet meer die 2 jarige is die constant wegliep. Ik heb geen heimwee naar de tijd dat je geen gesprek kon voeren omdat je aldoor maar je kind in de gaten aan het houden was. De slaapjes tussen de middag. Ja, ik kom wel, maar ik weet nog niet hoe laat, hangt af van het slaapje. Zucht. De flesjes, fruithapjes, luiers. Daar zijn we nu allemaal van af en dat is een zegen. Maar ik zou graag willen, ik zou zo vreselijk graag willen dat het bleef zoals het nu is… Dat hij nog even wat langer kon spelen met zijn technisch Lego en buiten op het schoolplein. Nog even niet gebogen over een schoolschrift, om met kramp in zijn vingers zinnen te moeten leren schrijven. Kon hij nog maar iets langer mijn lieve kleutertje zijn.

Share

About Hanneke Blanksma

hannekeblanksma@hetnet.nl'

Check Also

“Mag ik een iPhone?” Zo pak je dat aan

Kinderen komen steeds vroeger in aanraking met smartphones. Het is dan ook niet gek dat …

Share
Share