Een gewone donderdagmiddag, niet eens noemenswaardig eigenlijk. De kinderen zijn uit logeren en manlief heeft speciaal voor mij vrij genomen om me te te helpen met mijn monsterklus. De zolder moet worden opgeruimd! Onder andere twintig boekendozen staan klaar om uitgezocht te worden; minstens de helft daarvan is voor de verkoop of moet als oud papier worden afgevoerd. Het valt me zwaar, maar het is te doen.
Naast al die boekendozen staan er ook nog wat zakken met kinderkleding klaar om uitgezocht te worden en op de een of andere vreemde manier vind ik dat veel moeilijker. Dat terwijl ik het inmiddels na vijf jaar wel gewend ben om kleding weg te gooien.
De meeste babykleding van Syrah (mijn oudste) is inmiddels al richting Humana gegaan, maar ik vond toch nog haar eerste jasje. Dat kan ik natuurlijk onmogelijk weg doen! De rest zorgde voor een wat ongemakkelijk gevoel, maar belandde uiteindelijk toch in de Humana-doos. Echt emotionele waarde gaf het eigenlijk toch niet, hoe hard ik ook mijn best deed een excuus te bedenken om het te behouden.
Toen waren de kleren van Jonah aan de beurt; allemaal babykleding maat 50/56 en 62/68. De meest prachtige kleine pakjes en rompertjes passeerden de revue. En wat een schattige ienie mienie sokjes toch! Ik voelde me helemaal dromerig worden en dat maakte het erg lastig, want wat bewaar je dan? Of beter gezegd: wat doe je weg, want je kunt het onmogelijk allemaal bewaren. Alle kleding in die zak was nog mooi en is nog prima te gebruiken. “Wat moet ik er toch mee doen?” vroeg ik mezelf keer op keer af. Elk kledingstuk dat ik in mijn handen hield vond ik mooier dan het vorige en ik stond dan ook regelmatig te dubben.
Uiteindelijk besloot ik de kledingstukken met grote emotionele waarde te bewaren. Syrahs eerste pakje (wit) met een grappig aapje op zowel het boven- als onderstuk die Jonah maar éénmalig heeft aangehad, Jonahs eerste jasje (die doe je natúúrlijk niet weg!), Jonahs eerst gekregen pakje van zijn grote zus, het schattige rompertje met de tekst: I love zus en natuurlijk ook het rompertje met I love papa. En hoe kan ik nou dat schattige gele pakje weggooien die beiden aan hebben gehad, maar nog zo nieuw lijkt? En ik kan het echt niet over mijn hart verkrijgen die prachtige groene wikkeldoek weg te doen waar Syrah na haar geboorte vaak in lag wanneer ze de couveuse uit mocht, maar dat Jonah weer zelden aan had.
En terwijl ik al die leuke, schattige, waardevolle kleding in een kleine doos pak valt manliefs op de kleine slofjes die bij het witte apenpakje horen. “Moeten we die niet bewaren?” vraagt hij mij terwijl ik net besloten had dat je ook kunt overdrijven. Ik pak ze op en denk bij mezelf: “ik ben toch niet de enige die waarde hecht aan zoiets simpels als kleding” en berg ze met een weemoedige zucht op in de bewaardoos.