Je ziet er fantastisch uit, zegt een bekende tegen me. “Leugenaar”, denk ik hoewel ik vriendelijk antwoord met “Dank je”. Met wallen onder mijn ogen tot aan aan de grond wat zelfs met het beste make-up niet meer te verbergen is kan iedereen zien dat ik moe ben. Ik ben meer dan moe, gesloopt, want naast moeder probeer ik tijdens de drukke feestdagen ook nog te zorgen dat we zo min mogelijk last hebben van de crisis die ons toch wel raakt. En toch zeg ik tegen de bekende: “Ik voel me ook fatastisch.” Gelukkig kent ze me niet goed genoeg. Ik wil er ook maar niet té eerlijk over zijn….
Toen ik hoog zwanger was, werd ik in het weekend – vanwege klachten – door gestuurd naar de gynaecoloog gestuurd voor een extra onderzoekje. Eenmaal aangekomen in de wachtkamer voelde ik me vreselijk ongelukkig. Daar zat ik dan met mijn enorme buik waar ik eigenlijk zo trots op was, naast meiden, vrouwen, dames die maar niet zwanger konden worden, en daar zaten met één wens: Nét zo’n buik als ik. Omdat ik me schijnbaar nog niet ongemakkelijk genoeg voelde kreeg ik die dag ook nog eens de opmerking: “Jij voelt tenminste wat ik je buik!” Met andere woorden: “Stop zeuren, je stelt je aan”. Het is me niet zo letterlijk gezegd, ik weet dat het zo bedoeld was. En hoewel het natuurlijk in hun positie zo voelt, was het echt niet mijn vrijblijvende keuze daar te zitten en te “pronken” met mijn buik. Op dat moment wilde ik mijn buik het liefste verstoppen, inhouden of uitlenen.
Dochter werd geboren, en met haar komst ook de tijd van slapeloze nachten. Eerst slechts 1 keer per nacht, momenteel (7,5 maand verder) staat de teller op gemiddeld 7 keer. Niet zomaar “even” wakker. Nee. Ontroostbaar met enorme tranen, onrust en hardverscheurend gehuil. Er is tot op heden geen wonder dokter gevonden, laat staan een wonder middel. We moeten het er mee doen. Ik heb me er inmiddels bij neergelegd. Naar mijn idee alles geprobeerd wat er te proberen is, en rust met het idee dat alle kinderen door gaan slapen, hoewel dit soms járen gaat duren.
Dat neemt niet weg dat 4 uur slaap per nacht mij soms enorm opbreekt. Het moederschap vind ik op dat soort momenten ook zwaarder dan een fulltime baan met een huishouden er bij. En laat ik daar dan ook heel eerlijk in zijn.
Ik zit thee te drinken met een kennisje als ze me vraag hoe het met Jasmijntje gaat en met haar nachten. Ik vertel haar dat de situatie onveranderd is, dat het slopend werkt en ik er moedeloos van wordt. Niet zo zeer van die nachten, vooral van de vraag: Wat heeft ze toch?” Uit het niets krijg ik te horen: “Ach wees blij dat jij een kind hebt wat je wakker maakt.” Ik schrik van haar reactie. Hoewel ik weet dat zij een kinderwens heeft die tot op heden niet vervuld mag worden, had ik deze reactie totaal niet verwacht. Ze vroeg er zelf om, en ik antwoorde eerlijk, té eerlijk. Het was dan ook helemaal niet mijn bedoeling om te zeuren, klagen of over te komen alsof het allemaal zó erg is. Ik ben dolgelukkig als moeder, straal als ik over mijn dochter praat en geniet van iedere minuut dat ik bij haar ben, zelfs ’s nachts! Dat moest ze toch zien?
De opmerking zorgde voor een soort schuld gevoel, het is mij wél gegund en ander niet. Er zijn zóveel kinderloze stellen zonder dat het hun keuze is. En als deze stellen dan kinderen krijgen en ze hebben een kindje wat ’s nachts niet slaapt zouden zij dan inderdaad nooit klagen? Hoewel de opmerking vast niet bewust is geweest, ben ik momenteel voorzichtiger geworden met vertellen hoe het écht met mij gaat. Goede vrienden en mijn familie weten dat wel, kunnen dat simpelweg zien, die hoef ik niets te zeggen. En vraagt een ander iets? Dat gaat het fantastisch en heb ik energie voor 10!