Je Baby
Je baby weegt nu 1200 gram en is 36cm lang. Hij ontwikkelt steeds meer onderhuids vet, waardoor zijn velletje meer roze wordt. Ook heeft hij al helemaal zijn eigen karakter. Als je goed oplet kan je bijvoorbeeld al patronen ontdekken in de manier waarop hij zich beweegt en wanneer hij dat het liefste doet. Zo heeft hij al zijn eigen slaap- en waakritme en ook al een favoriet speelmoment. Vaak zijn er een paar vaste momenten op de dag of in de nacht, waarop de baby, op zijn eigen manier, kan schoppen en porren. Vooral het eigen slaap- en waakritme zet hij na de bevalling door en dat is meestal precies andersom dan die van mamma… Ook begint je baby zijn eigen temperatuur te regelen en haalt hij vanaf nu antistoffen bij zijn moeder vandaan, zodat hij na de geboorte minder vatbaar is voor virussen en zodoende beter beschermd is tegen ziektes, zoals griep.
Je lijf
De meeste vrouwen beginnen hun buik nu toch wel echt groot te vinden. Maar houd moed: er zit veel extra’s bij, die je vrij snel na de bevalling weer kwijt raakt. Zo wegen je placenta en je vliezen 650 gram, je vruchtwater 600 gram, je baarmoeder 1000 gram en je borsten zijn 800 gram zwaarder geworden. Ook heb je 1000 gram extra bloed en heb je 1500 gram extra vocht in je lichaam. Al met al ruim 5,5 kg aan extra gewicht. Sommige vrouwen krijgen nu ook echt last van al dat extra’s, dat ze meeslepen; vooral de rug kan gaan opspelen. Als je last hebt van je rug, let dan eens extra op je houding: staan je enkels, knieën, heupen, schouders, hals en hoofd wel in één rechte lijn? Probeer ook niet te lang te staan of te zitten. En als je zit, zorg er dan voor dat je in een hoek van 90C zit.
Bekkeninstabiliteit
Een zeurende pijn in je (onder)rug of schaambeen kan ook duiden op bekkeninstabiliteit. Door je hormonen worden de verbindingen tussen de beenderen in het bekken soepeler, zodat er meer ruimte ontstaat om de baby door te laten tijdens de bevalling. Maar soms wordt het bekken te soepel en kan het klachten opleveren. Om bekkenklachten te voorkomen moet je ook goed op je houding letten, rechtop staan, zoals hierboven al is gezegd, kan een flink stuk helpen. En probeer de volgende oefeningen eens, ook als je rugklachten niet veroorzaakt worden door bekkeninstabiliteit, kunnen ze verlichting brengen.
Oefeningen voor je rug
1. Ga op je handen en knieën zitten, net zoals een hondje. Adem eerst diep in en uit. Bij de volgende uitademing trek je je rug helemaal bol, bij de inademing ontspan je weer en trek je je rug hol. Doe dit 5 keer achter elkaar.
2. Blijf op je handen en knieën zitten en kwispel met je billen een paar keer flink heen en weer.
3. Strek nu je handen zover mogelijk voor je uit, maar houd je rug recht. Duw je billen in de richting van je hielen en houd dit 10 tellen vol.
Let op: geen van de bovenstaande oefeningen mogen (ergens) pijn doen.
De naam
Het wordt zo langzamerhand ook tijd om over namen te gaan nadenken. Sommige aanstaande ouders weten al vroeg in de zwangerschap, of soms zelfs al daarvoor, hoe ze hun kindje willen gaan noemen. Anderen twijfelen tot aan de bevalling en weten het soms daarna nog niet eens. Je hebt dan nog 3 dagen de tijd, daarna moet het kindje aangegeven en met een naam ingeschreven worden. Als je maar geen leuke naam bedenken kan, kan je altijd op een namensite kijken, daar worden duizenden namen gegeven. Het geven van de achternaam wordt ook steeds minder eenvoudig. Vroeger was het gebruikelijk dat de baby de achternaam van de vader kreeg. Tegenwoordig is dat een stuk minder standaard en wordt er steeds vaker besloten om het kindje de achternaam van de moeder mee te geven. Wel is het zo dat broertjes en zusjes van dezelfde vader én moeder, ook dezelfde achternaam moeten krijgen. Verder staat het je vrij om te kiezen. Net als de voornaam natuurlijk. Hoewel je daar, als je een heel uitzonderlijke naam hebt gekozen, in sommige gevallen wel toestemming van de gemeente voor nodig hebt.
Lees ook:
28 weken zwanger
30 weken zwanger
Lees hier alle 42 zwangerschaps- weken op rij >>>