Laatst dacht ik nog: we komen er tot op heden toch behoorlijk zonder kleerscheuren vanaf. Iedereen gezond, geen ernstige ziektes, geen bezoekjes aan de Eerste Hulp, er is nog niks gehecht, niks gebroken, geen hersentjes geschud … En toen gebeurde het natuurlijk toch. Maandagmiddag, iedereen komt thuis. Meneer B. uit zijn werk en ik kwam thuis na een middagje speeltuin met alle vier de kinderen. Jassen uit, schoenen uit, tassen uitpakken, beginnen met koken, dingetjes doen …
Opeens een vrij luide BONK! uit de huiskamer. Daarna gehuil (altijd een goed teken). Meneer B. en ik gaan er rustig op af en het huilen stopt (altijd een slecht teken). Dochtertje P. ligt naast de bank op de grond. Wat er precies is gebeurd heeft niemand gezien en ze kon het zelf niet goed navertellen. Maar wat overduidelijk te zien is, is een dubbele botbreuk in haar onderarm.
Het armpje is stuk, ernstig stuk, het armpje is als een takje doorgebroken . Dat kun je zelfs door haar toch vrij wijde vestje heen zien …
Meneer B. raapt haar voorzichtig van de grond en probeert haar te kalmeren, want ze is -gelukkig maar!- weer begonnen met huilen. Ondertussen denk ik koortsachtig na: moeten we 112 bellen?
Nee, want dit is geen levensbedreigende situatie. Dus dan we moeten met haar naar de Eerste Hulp. Maar hoe gaan we dat doen? Het armpje moet ondersteund worden, dus we kunnen haar niet zomaar in de auto zetten. Dan moeten we met zijn tweeën gaan: eentje ondersteunt het armpje, de ander rijdt.
Oké, dat kan misschien. Maar als dat al lukt, dan moeten de andere drie kinderen ook mee. Wat niet handig is want alles duurt ontzettend lang in een ziekenhuis. En dan nog, met dat geknakte armpje in een auto zonder fatsoenlijke pijnstilling. Toch maar bellen?
En dan doe ik het toch maar, ik bel voor het eerst in mijn leven 112 en leg de situatie uit, beantwoord de vragen: welke kleur heeft ze (spierwit), ademt ze goed? Ja. Weet u zeker dat de arm gebroken is? Ja, er zit een knik in!!! De arm is door-ge-kna-hakt!!! (ik doe voor mijn gevoel toch lichtelijk hysterisch aan de telefoon).
Gelukkig vindt de meneer die ik aan de lijn heb dat er een ambulance moet komen, maar dan wel zonder zwaailicht en sirenes. Ondertussen ben ik een beetje misselijk geworden van de aanblik van het geknakte armpje en ga de poezen eten geven, zodat ik even tijd heb om mezelf tijdens het doen van dit rustgevende klusje weer bij elkaar te rapen. Dochtertje zit niet te wachten op een verzenuwde moeder. Even heel diep ademhalen en dan met de snoepjes-pot terug naar het slachtoffertje en haar nieuwsgierige broertjes die ook wel door hebben dat het behoorlijk mis is. Het slachtoffer houdt zich ondertussen zeer kranig.
Dan komt de ambulance en gaat het snel: pijnstilling (en ze krijgt van de ambulancemedewerker een mooie pluche beer voor de schrik), naar het ziekenhuis (en ze krijgt in het ziekenhuis een mooi pluche hert voor de schrik), foto’s, operatie, pinnen in arm, gips erom, nachtje slapen in het ziekenhuis (nou ja, van slapen is niet echt sprake op mijn stretcher naast een meisje dat bijna elk uur wakker wordt van de pijn), ontbijtje, nieuw gipsje in de kleur neon-roze, dapperheidsdiploma (zeer terecht!) in ontvangst nemen, naar huis, en dan maar rustig liggen op de bank en veel TLC.
Poeh! Dit viel alles bij elkaar eigenlijk nog best mee. En het goede nieuws is dat het gips er na twee weken alweer af mag. De pinnen moeten zes weken langer blijven zitten en alles komt gewoon weer goed, de dochter is straks weer helemaal als nieuw. Maar laat die andere drie voorlopig toch vooral lekker heel blijven!
Voor andere, persoonlijke, blogs van Trotse Moeders, klik hier >>>>