Henry Marsh, een van de meest vooraanstaande Britse neurochirurgen, laat zien wat het betekent om voor God te spelen in kwesties van leven of dood. Hij gunt ons een zeldzame blik op het intense drama van de operatiekamer, de complexiteit van de hersenen en het botte instrument dat het mes van de chirurg daarbij vergeleken is.
Dit boek gaat over de pijnlijke dilemma’s rond elke hersenoperatie – voor de patiënt, de familie en de chirurg. Allereerst niet schaden is ook een persoonlijk verslag van een ontdekkingstocht naar de feilbaarheid van de arts, de grenzen van de geneeskunde en de universele behoefte aan hoop als we geconfronteerd worden met de moeilijkste besluiten in het leven.
Recensie
Toen ik geneeskunde ging studeren, werd mijn eerste college gegeven door de onlangs overleden anesthesioloog dr. Bob Smalhout, een man die vooral bekend werd om zijn openheid over medische fouten. Sinds dat collega kan ik nooit meer onbevangen onder narcose 😉
Artsen worden door patiënten vaak niet gezien als ‘mensen’. Mensen kunnen immers fouten maken, en als patiënt zit je daar niet op te wachten. Liever heb je vertrouwen in iemand die jouw vertelt wat er met je aan de hand is, of die het mes hanteert waarmee je geopereerd wordt. En wanneer het om hersenchirurgie gaat, een beroep waarbij een millimeter al een enorm verschil kan maken tussen herstel en onherstelbaar, geldt dit waarschijnlijk nog veel meer. Hersenen zijn niet zomaar een onderdeel van je lichaam, zoals een knie of een blinde darm, nee, je hersenen maken je tot wie je bent…
Tijdens mijn geneeskundestudie was neurowetenschappen mijn favoriete vak. Hersenen en zenuwen en de manier waarop deze samenwerken met ieder deel van je lichaam, het is van een schoonheid en perfectie waar je alleen maar bewonderend naar kunt kijken. Maar ook daar kan van alles mis gaan en daarover schrijft hersenchirurg Henry Marsh.
Ieder hoofdstuk in het boek Allereerst niet schaden handelt over een neurologisch probleem. Een probleem waar hij, als neurochirurg, dusdanige herinneringen heeft dat hij juist deze gevallen uit zijn 30-jarige carrière als specialist, heeft beschreven. Maar hij vertelt niet alleen over de operaties. Over de precisie waarmee gehandeld moet worden, de risico’s van de operatie, hetgeen mis gaat en wat goed gaat. Hij vertelt ook over zijn gevoelens, zijn angst om een fout te maken, zijn zenuwen voor een operatie of voor een te maken keuze. Over de verantwoordelijkheid die hij voelt en hoe hij daar mee omgaat.
Het is het verhaal van een mens, die op zijn fiets naar zijn werk gaat. Voor wie zijn werk een roeping is, en die zeer gedreven is om dit zo goed mogelijk te doen. Die zo gedreven is, dat het hem zijn huwelijk kost. Het is een verhaal van een gewoon mens, met een dusdanig ongewoon beroep dat het logisch is dat er hevige gevoelens en gedachten leven. En dat is werkelijk prachtig om te lezen.
Voor mij is het boek extra interessant, omdat ik nog steeds erg geïnteresseerd ben in neurowetenschap en ik de beschrijvingen van de operaties en andere medische handelingen erg boeiend vindt. Voor leken staat er een duidelijke woordenlijst achterin het boek en wordt er ook steeds in “gewone-mensen-taal” uitgelegd wat er gebeurt, maar ik kan me voorstellen dat het medische aspect van dit boek voor anderen minder boeiend is dan voor mij.
Zoals Henry Marsh in de schedels van mensen kijkt, de hersenen mag aanschouwen en zelfs mag ingrijpen om te proberen om iemands leven en functioneren te verbeteren, zo mag de lezer in het hoofd van Henry Marsh kijken. Niet naar zijn hersenen, maar naar zijn gedachten en gevoelens. Naar zijn herinneringen over zijn werk, opgeschreven in dit indrukwekkende boek. Ik denk dat het ook voor mensen zonder medische achtergrond een aanrader is. Een arts is “ook maar een mens” en het is mooi om een kijkje in een bijzonder mensenleven te mogen nemen.
Allereerst niet schaden – Henry Marsh
Verhalen van een hersenchirurg
Paperback, 288 pagina’s, uitgeverij Nieuw Amsterdam
Bestel dit boek hier >>>>