We hebben al jaren een nestkastje in de tuin. Meerdere zelfs, samen met mijn oudste zoon in elkaar gezet. Slechts één ervan wordt ieder jaar intensief gebruikt en ook dit jaar was het weer raak!
Papa en mama Mees hebben eerst een nestje gemaakt. Er was druk vliegverkeer met wat halmpjes en zo. Vervolgens een tijdje stilte, met wat af -en-aan vliegen. Het nestje is zo gemaakt dat je het ‘dak’ eenvoudig open kunt doen, maar we doen dit al jaren niet, omdat we de vogeltjes niet willen afschrikken. We wachten gewoon af….
En het wachten werd ook dit jaar beloond: er waren hele zachte piepjes te horen. Moeilijk te zeggen of het er twee of drie waren, daarvoor zullen we moeten wachten tot het nestje leeg is. Dan gaan we er pas in kijken of we kunnen zien hoeveel eitjes er uitgekomen zijn.
In de tussentijd genieten we van de bedrijvigheid. Van het gekwetter, wat inmiddels een stuk luider klinkt. Van de grootste en sterkste mini-mees die zich flink laat zien en horen en (dus) steeds als eerste gevoed wordt.
Samen met mijn kinderen heb ik al regelmatig op een afstand van een paar meter rustig zitten kijken. De kleintjes trekken zich daar niets van aan, maar de ‘grote mezen’ vinden het spannend en vermaken de kinderen met hun schijnbewegingen: aan komen vliegen om vervolgens met een ruime bocht weer verder te gaan. Helemaal vanaf de andere kant van de tuin nog een poging wagen… ze zijn erg creatief.
Uiteindelijk worden de kleine meesjes toch weer gevoed. Het zal niet lang meer duren voor ze uitvliegen. Ik zal ze missen…. Is dat nu het ‘empty-nest-syndroom?’
Leuk weetje: je kunt eenvoudig het verschil zien tussen koolmeesjes en pimpelmeesjes: koolmeesjes hebben een soort “zwarte slab”, pimpelmeesjes niet.