Tijdens je zwangerschap sta je onder controle van de verloskundige – of als daar een medische reden voor is – onder controle van een gynaecoloog. Altijd een geruststellend idee dat iemand het prille leven dat in je buik zit in de gaten houdt. Bij de controles hoort ook het aanbieden van bijvoorbeeld de twintig weken echo en het doen van eventuele prenatale tests. Een voorbeeld van zo’n test is een test die de kans berekent op een kind met het Syndroom van Down.
Weinig animo
Uit onderzoek is gebleken dat slechts vijfentwintig procent van de zwangere vrouwen in Nederland kiezen voor prenataal onderzoek naar het Downsyndroom. In vergelijking met andere landen in de Europese Unie zijn wij uniek met zo’n laag aantal deelnemende vrouwen. In andere EU-landen ligt dit percentage aanmerkelijk hoger, namelijk tussen de vijftig en tachtig procent!
Is het onze Hollandse nuchterheid die maakt dat wij niet massaal dit onderzoek laten doen? Volgens kinderarts Michel Wijerman is de reden dat hier de opvatting heerst dat alleen oudere vrouwen een verhoogde kans hebben op een kind met het Syndroom van Down. Dit idee wordt mogelijk versterkt door het feit dat vrouwen onder de 35 jaar de test niet eens vergoed krijgen van de zorgverzekering.
Vlokkentest en vruchtwaterpunctie
De vlokkentest is een veelgebruikt onderzoek om te controleren of het ongeboren kind een chromosoom afwijking heeft of niet. Via de vagina of buikwand wordt dan een stukje placentaweefsel weggenomen. Binnen twee weken is de uitslag van deze test bekend. De vlokkentest kan alleen aangeven of er sprake is van een chromosoomafwijking (zoals bijvoorbeeld het Syndroom van Down). Het zegt verder niets over de gezondheid van het kind of eventuele andere aandoeningen.
De tweede test is de vruchtwaterpunctie. Dit onderzoek wordt gedaan rond de vijftiende of zestiende week van de zwangerschap. Voor dit onderzoek wordt wat vruchtwater afgenomen, dit gebeurt via een naald die door de buikwand is ingebracht. Op de uitslag moet je ongeveer drie weken wachten.
Beide onderzoeken zijn niet geheel zonder risico. Beide testen kunnen een miskraam veroorzaken. Bij de vlokkentest is dit risico 0,5 % en bij de vruchtwaterpunctie is het risico 1 op de 300. Mogelijk dat de angst voor een miskraam ook de keuze van de Nederlandse vrouw beïnvloedt om deze testen maar aan hen voorbij te laten gaan.
Bron