De neonatale hielprikscreening wordt komende jaren uitgebreid met twaalf extra aandoeningen. Begin 2017 werden er al twee nieuwe aandoeningen toegevoegd. De uitbreiding gebeurt in fases over de periode van 2018-2022. Zo zal in april 2018 in een pilot de hielprik worden uitgebreid met de screening op SCID, een zeldzame immuundeficiëntie. Na toevoeging van de aandoeningen kunnen naar schatting 20-40 pasgeborenen met ernstige aandoeningen extra worden opgespoord en behandeld worden. Dat schrijft staatssecretaris Paul Blokhuis vandaag (21 december 2017) aan de Tweede Kamer.
De screening is bedoeld om zeldzame aandoeningen bij pasgeborenen tijdig op te sporen. Met het huidige programma worden jaarlijks al circa 180 zieke kinderen opgespoord. De ziekten die met de hielprik worden gevonden zijn in de meeste gevallen niet te genezen, wel te behandelen. Zo wordt ernstige schade aan de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van kinderen voorkomen of beperkt. Op dit moment wordt gescreend op negentien aandoeningen, waaronder stofwisselingsziekten en ernstige erfelijke bloedaandoeningen.
Met de uitbreiding volgt de staatssecretaris het advies van de Gezondheidsraad uit 2015. Het RIVM heeft in een zogenaamde uitvoeringstoets onderzocht op welke wijze de uitbreiding het best kan worden uitgevoerd. De uitbreiding zal stapsgewijs en waar nodig voorzien van nader onderzoek plaatsvinden.