Kleine M vindt het de laatste tijd soms moeilijk om in slaap te vallen. Hij huilt dan hartverscheurend en wil meestal niet zeggen waarom. Na wat doorvragen vertelt hij dan een beetje aarzelend over zijn angsten. Op school is op het schoolplein een plant en volgens Fleur uit zijn klas is die plant giftig als je ‘m aanraakt. M heeft de plant met zijn vinger aangeraakt en nu gaat ie dood. M wil niet dood.
Ik vertel M dat de plant niet giftig is als je ‘m alleen maar aanraakt en dat hij nog helemaal niet na hoeft te denken over de dood. Hij is nog maar pas met leven begonnen! Hij zit zelfs nog maar net op school! In groep 1. En na deze school komt nog een school en nog een school en dan ga je nog werken en misschien wel ooit trouwen en kindertjes krijgen. Doodgaan is nog zoooo ver weg, eerst maar eens een heleboel leven.
Maar het verhaal over school brengt een andere angst naar boven. Op school moet je namelijk schrijven en dat kan M echt helemaal niet. Ik vertel hem dat hij dat pas in groep 3 hoeft te leren en dat de juffen van groep 3 hem dat heel goed kunnen leren. Nee! zegt kleine M, dat leer ik echt nooit… En hij zucht eens diep. Echt wel schatje, je leert het echt wel! Dat komt helemaal goed, stel ik hem gerust. Ook over schrijven hoef je nog lang niet na te denken. Ga straks eerst maar eens naar groep 2.
Maar dan gaan we, via giftige zwarte beestjes die zeker weten in je slaapkamer kunnen zitten, weer terug naar zijn eerste angst: De angst voor de dood. Het ergst is namelijk als ik eerder dood zou gaan dan hij. Uiteindelijk beloof ik dat ik pas dood zal gaan als hij is overleden. Dat ik dan een super oud vrouwtje ben dat niks meer kan en dat rustig op een luie stoel met de poes op schoot zit te wachten tot mijn zoon –die dan ook een héél oud mannetje is- doodgaat. Dan pas zal ik doodgaan. En dan is hij eindelijk gerustgesteld.
Ik blijf nog een tijdje naast hem zitten op de rand van het bed. Op de rand van mijn bed om precies te zijn. Meneer B heeft hem in ons grote bed gelegd zodat hij zijn broer en zus die op dezelfde kamer liggen niet wakker kan maken. Ik leg mijn hand op zijn buikje. Hij legt zijn hand op mijn hand en aait er zachtjes overheen. Doe je ogen maar dicht, zeg ik tegen hem. Hij doet zijn ogen dicht en langzaam wordt zijn ademhaling rustiger en wordt zijn toch al zo zachte gezichtje helemaal ontspannen. Zijn handje maakt nog wat willekeurige schokkerige bewegingen over mijn hand.
De kleine, grote angsten zijn verdwenen en ik kijk naar dat prachtige, kleine mannetje dat ligt te slapen in een groot, groot bed. Met zijn kleine bolletje op mijn grote kussen. Ik dek hem nog wat beter toe en sluip op mijn tenen naar beneden.
Voor andere, persoonlijke, blogs van Trotse Moeders, klik hier >>>>