Van harte gefeliciteerd met je verjaardag, kleine vriend. Acht jaar oud ben je nu. Enerzijds lijkt het een eeuwigheid geleden dat je bij ons kwam, tegelijkertijd lijkt het nog maar gisteren. Wat was je gewenst, wat was je lief en wat was je knap. Dat ben je overigens nog steeds hoor, maar ik was destijds hopeloos verliefd op jou. Je papa was ineens niet meer de knapste jongen die er bestond. Nee, dat was jij, mijn kleine rugbyer in spe met je brede schouders. Wat zou ik graag die eerste weken met jou over willen doen, om vele redenen.
Als ik nu soms naar je kijk, lieve jongen van me, dan doe je me denken aan een klein chimpanseejong. Het liefst hang je nog zoveel mogelijk aan me, maar tegelijkertijd wil je ook niets liever dan de grote wereld ontdekken. Soms vind je een middenweg en houd je mijn hand lichtjes vast om toch niet volledig los te hoeven laten.
Zo ging het ook bij je geboorte, je had helemaal nog geen zin om mijn buik te verlaten, maar de 42 weken zaten erop en je moest wel komen. Het was een lange en zeer pijnlijke bevalling, maar helaas was dat nog niet eens mijn grootste zorg, zou later blijken.
Net als bij je zus was jouw geboorte ook niet zo vanzelfsprekend. Ook naar jou heb ik jarenlang verlangd. Ook bij jou smeekte ik God of je alsjeblieft mocht komen. En hoewel ik ervan overtuigd was dat je ooit deel zou uitmaken van ons gezin ging het me toch veel te langzaam.
Ik wist het meteen
Het typische is dat ik bij jou zelfs nog eerder ‘wist’ dat je onderweg was. De ochtend nadat je was verwekt werd ik wakker en dacht ik bij mezelf: het zou toch wat zijn dat dit de nacht is waarop ik weer zwanger ben geraakt. Een paar weken later bevestigde de echo dat dit het geval was geweest. Texel zal voor mij altijd heel speciaal blijven, want op een paar meter van de hoge berg werd jij verwekt. Je wilt dit vast helemaal niet weten, maar juist omdat het zo bijzonder is wil ik het toch delen.
Hartslag
Toen ik eenmaal zeker wist dat ik zwanger was kon ik niet wachten tot het moment dat ik je voor het eerst zou zien.
Jouw hartslag te horen door de doppler ontroerde me en ik moest erom huilen. Zo lang op je gewacht en zo vurig gewenst dat je zou komen, alle emoties kwamen eruit toen ik je voor het eerst hoorde. Maar wacht, ik ga nu echt even te snel.
Een paar weken nadat we terugkwamen van onze vakantie op Texel voelde ik heel plots diep vanbinnen: ik ben zwanger. Van een jongen!
En ik wist ook meteen hoe je moest gaan heten. Jouw naam kwam vanuit het niets omhoog. Een paar dagen later kocht ik een klein knuffel hondje in de winkel van het ziekenhuis, op zijn halsband stond jouw naam. Dit was nog voor de echo! De test deed ik op de verjaardag van je vader, volgens mij heeft hij daarna nooit meer een mooier cadeau gekregen.
Ik zat twee weken lang op een gigantische roze wolk. En toen lazerde ik er genadeloos hard vanaf. Ik belandde op een grijze wolk die alsmaar donkerder werd tot hij zwart was. Pikzwart, maar met een gouden randje. Ik hield zo onwijs veel van je, maar met reserve, want ik was ervan overtuigd dat je dood zou gaan. Maar dat deed je niet! Na de geboorte werd je op mijn buik gelegd en ik hield je stevig vast.
Maar hoe stevig ik je ook vasthield, ik wist zeker dat ik je zou laten vallen. Nog altijd ben ik bang dat ik op een dag mijn grip verlies en je alsnog laat vallen.
Je kennismaking met Syrah ging wat anders dan ik had verwacht.
Aan het einde van de bevalling was ik zo emotioneel dat je vader me moest beloven dat hij haar meteen zou bellen als de navelstreng was doorgeknipt. Ik verlangde naar haar. Ik verlangde ernaar dat jullie elkaar leerden kennen. Een klein uur later kwam ze heel stilletjes, met een benepen gezicht binnen en vond het maar niets dat ik in het ziekenhuisbed lag. Er stonden te veel apparaten om mij heen en ik lag ook nog eens aan het infuus. Nee, ze vond het allemaal maar niets. Ze gooide haar cadeautje naar me toe en durfde niet te dicht bij me te komen.
En dat kleine bundeltje in papa’s handen vond ze toch ook maar niets!
Gelukkig is dat allemaal goed gekomen en werd ze al snel de grote trotse zus.
Doopdienst
Een paar weken later werd je gedoopt. Ik weet er niet zoveel meer van, maar ik kan me het gevoel nog wel herinneren. Het was een mengeling van trots en angst, alsof mijn wereld alsnog zou vergaan. Je zag er overigens prachtig uit in die mooie witte doopjurk en op dat moment dacht ik nog dat het de enige keer zou zijn dat ik je in een jurk zou zien. Jij dacht daar anders over, maar ik ga ervanuit dat je ook daar niet aan herinnerd wil worden.
Ons leven samen was begonnen, maar je was zo vaak boos. Boos op mij. Boos op de wereld. Maar bovenal boos op jezelf. Komt het daardoor? Door het feit dat ik tijdens mijn zwangerschap continu bang ben geweest je te verliezen en daardoor onzichtbaar trok aan touwtjes die jij het liefst doorsneed?
Is het omdat ik na je geboorte moeite had met me aan je hechten, omdat ik nog steeds bang was dat je me afgenomen werd?
Of denk ik net iets te veel na en is het alleen maar zo omdat je alles veel te snel wilt?
Je bent soms net een sneltrein die overal eerder wil zijn dan mogelijk is. Soms lijkt het wel of je geen rust kunt vinden. Wilt vinden. De snelheid waarmee je soms door het leven raast is compleet het tegenovergestelde van hoe je ter wereld kwam. Je had er niet zo heel veel zin in denk ik, want ik werd volledig ingeleid en zelfs op het laatste moment moesten ze je eruit trekken. Dat was nog best een ding kan ik je zeggen. Dat het echte liefde was staat buiten kijf. Ondanks alle angsten en alle donkere gevoelens wist ik een ding heel zeker: Dit kleine jochie is van mij en ik zal van hem houden tot de dag dat ik overlijdt.
Over een hechtingsprobleem denk ik al jaren niet meer. Nou ja, niet heel diep dan, want soms komt het nog wel eens in me op. Je bent echter veel te sterk aan mij gehecht om daar nog echt aan te mogen twijfelen. Het valt me wel op dat je zo snel ‘volwassen’ wilt worden, alsof je je kindertijd wilt overslaan. Alsof het een verspilling van je tijd is. Je hebt het continu over later… als je groot bent. Dan praat je vol overgave over dat huis dat je samen met ons wilt kopen, zodat we altijd samenzijn. Toch weer dat kleine aapje dat mama niet los wil laten. Voorlopig ben ik daar nog heel erg blij mee.