Inmiddels is Sinterklaas het land uit en lijkt Kerst bijna een eeuwigheid geleden. Sterker nog: het is op moment van schrijven al bijna het einde van het jaar, maar ik wil toch graag nog deze blog met jullie delen. Dit is een paar dagen voor Kerst geschreven.
Hoewel Jonah nog altijd Sinterklaasliedjes aan het zingen is ben ik maar wat blij dat we dat gedoe van “liegen” weer achter de rug hebben. Liegen over het al dan niet bestaan van Sinterklaas. Geloof me, ik heb talloze momenten gehad dat ik sterk de behoefte voelde om ze uit hun droom te helpen, maar om heel eerlijk te zijn heb ik toch ook een paar weken plezier gehad en vond ik het óók spannend. Stiekem heb ik genoten van het Sinterklaasjournaal, schreeuwde ik keihard mee met Pietje Paniek én keek ik reikhalzend uit naar Jan Boerenfluitjes, zijn spreuken mis ik wel (hoewel Jonah zijn spreuken meerdere malen per dag roept), maar aan al dat leuks komt toch elk jaar weer een eind.
No no no
Nou zou je misschien zeggen dat ik dan ook van de Kerstman hou. Nee!!! Echt niet. Ik vind zijn bolle buikje en knalrode, dikke, guitige wangetjes heerlijk om naar te kijken in een tekenfilm, maar ik houd niet van de echte. Daarbij vind ik dat “liegen” eenmaal per jaar al moeilijk genoeg, daar wordt geen tweede aan toegevoegd. Punt! Na pieten die tegenwoordig met een hunebedsteen binnenkomen en een Sinterklaas die nu ineens wél door de schoorsteen binnenkomt voel ik geen enkele behoefte om mijn koters te vertellen hoe de arrenslee van de Kerstman vanuit de Noordpool door meerdere rendieren wordt voorgetrokken, waarvan er eentje een rode neus heeft. No way hohoho.
Er klopt iets niet
Jonah heeft klasgenootjes die in de volle overtuiging verkeren dat de Kerstman via hun niet bestaande schoorsteen, waaronder een haardvuurtje brand, hun kerstcadeaus komt brengen die het formaat hebben waarvoor ze een dubbele schoorsteen nodig hebben. Oké, zo hebben de pieten dat ook jarenlang gedaan en dat verhaal hebben we zelf ook jarenlang geloofd, maar echt, met zijn vier jaar is Jonah al heel kien om te bedenken en te vermelden dat er toch echt niets klopt aan het hele Sinterklaasgebeuren.
Herkend worden
Overigens vind ik het geniaal bedacht om de pieten niet meer door de schoorsteen te laten glijden. Of dit nu voor een nieuwe verklaring is hoe pieten elk jaar toch binnenkomen of dat ze er zo voor zorgen dat er volgend jaar misschien helemaal geen zwarte pieten meer zien zijn maakt me niet uit. Heerlijk overigens, elk jaar, die terugkerende discussie. Sommige mensen kunnen een kinderverhaal zo heerlijk volwassen maken. Ik ga er hier niet over in discussie, heb er mijn mening over, maar vind ook dat we inderdaad wat meer “blanke” pieten krijgen. Blank staat tussen aanhalingstekens, want blank is ook in talloze kleuren te krijgen.
Neemt niet weg dat we volgend jaar een probleem zouden hebben, want wat nou als iedere piet volgend jaar ongeschminkt is (want dat is het hè) dan hebben we toch wel een probleem. Want Vergeetpiet (John Jones), zielepiet (Kasper van Kooten) en Wegwijspiet (Michiel Kerbosch) zullen de kinderen misschien niet snel herkennen, maar Rommelpiet (Sarah Bannier), Pietje Paniek (Jochem Myer) en Strooipiet (Leon van der Zanden) komen er niet onderuit herkend te worden. En hoe leggen de BN’ers dat thuis uit?! Een hele nieuwe aanvoer van pieten die nog studeren aan de toneelschool een optie? Kom op, het is niet meer dan een toneelstuk. Maar wat een héérlijk toneelstuk!!! En de kerstman? Doe mij dan maar de film Santa Paws waar nog een leuk verhaal achter zit en als ik dan toch nog een voorkeur mag uitspreken zie ik graag die film waarin een groen harige geval met pluisoren die kerstmis haatte speelt, maar door de liefde van een kind het kerstgevoel terug kreeg. Laat onze kinderen, zolang ze nog geloven, ons het oude bekende Sinterklaas gevoel nog even laten houden.
PS Inmiddels heeft Jonah het Sinterklaasliedje ‘Zie ginds komt de stoomboot’ aangepast voor de kerstman die weliswaar niet bestaat, maar het kan nooit kwaad te zingen voor iemand die niet bestaat. Hij zingt: “Zie ginds komt de stoomboot uit de Noordpool weer aan. Hij brengt ons de Kerstman, ik zie hem al staan. Hoe huppelt zijn rendier, het dek op en neer. Hoe waaien de lampjes al heen en al weer.”