Ik was erop voorbereid dat de tweede bevalling nog sneller zou verlopen dan de eerste. De verloskundige had me op het hart gedrukt om beslist niet te wachten met bellen tot de weeën om de 5 minuten kwamen. Alsnog had het niet veel gescheeld of ik was onderweg naar het ziekenhuis bevallen.
’s Ochtends om 6:15 uur werd ik wakker en kwam ik tot de ontdekking dat mijn vliezen waren gebroken. Nadat ik mijn vriend wakker had gemaakt, belde ik de verloskundige en sprak met haar af dat ze rond 7:15 uur langs zou komen. Vandaag gaat het dan echt gebeuren, bedacht ik opgetogen. Zo’n 15 minuten later begonnen de weeën. Binnen een mum van tijd volgden de weeën elkaar op om de 3 minuten en al gauw zelfs om de minuut. Onze vrienden die op stand-by stonden waren snel ter plekke. De verloskundige zat echter vast in het verkeer en liet daarom langer op zich wachten. Intussen probeerde ik uit alle macht de genadeloze storm aan rugweeën weg te puffen. Dat ik ook al persdrang had vertelde ik niet want ik wilde niemand ongerust maken.
Om 7:45 uur was de verloskundige er dan eindelijk. Ik had toen al 5 cm ontsluiting, dus op naar het ziekenhuis. Ik op handen en knieën op de achterbank en mijn vriend ernaast om me vast te houden, zodat ik niet bij iedere hobbel een hoofd afdruk in het dak van de auto zou achterlaten. Ik was al niet meer aanspreekbaar maar kreeg nog mee dat het erg druk was op de weg, dat we achter een belachelijk trage vrachtwagen reden, dat de stoplichten veel te lang op rood bleven staan en dat we vanwege een misverstand ook nog een omweg maakten. De rit naar het ziekenhuis leek een eeuwigheid te duren en ik kon de persdrang intussen nauwelijks meer onderdrukken. Eenmaal aangekomen moest ik me hijgend en puffend tussen 2 weeën door uit de auto wurmen, terwijl er van alle kanten tegen me geroepen werd dat ik voort moest maken omdat er haast bij was. Alsof ik dat zelf niet wist!
Tijdens de zwangerschapscursus had ik geleerd dat je persweeën kunt opvangen door op handen en knieën op de grond te gaan zitten met je billen omhoog, zodat de zwaartekracht je als het ware een handje meehelpt. Dat deed ik dus terwijl de lift ons omhoog bracht naar de afdeling verloskunde. Meteen werd ik met ferme handen weer overeind getrokken door twee verpleegsters, die dachten dat ik al klaar ging liggen om te bevallen. Ik werd in een rolstoel gezet en in galop naar de verloskamer toe geracet. Daar bleek ik volledige ontsluiting te hebben en kreeg ik eindelijk toestemming om te gaan persen. Bij mijn vorige bevalling was de persfase na 5 uur knalharde rug- en beenweeën nog de minst pijnlijke fase geweest maar dat viel dit keer behoorlijk tegen. Het warme washandje waar ik om had gevraagd bracht niet dezelfde verlichting als toentertijd en het persen verliep moeizaam. Net toen de verloskundige een knip wilde zetten, floepte het hoofdje van de baby eruit en daarna de rest van het lijfje. En zo werd om 8:50 uur onze prachtige dochter Sterre geboren. Hoera!