In het prachtige theater ‘Stadsgehoorzaal’ te Vlaardingen werden mijn zoontje en ik vanmiddag meegenomen op reis. Samen met Pim, Bumba en Bumbalu vertrokken wij met een grote koffer langs de meeste prachtige en bijzondere stukjes op deze wereld. Overal kwamen wij vriendjes tegen en werden we uitgenodigd om samen te zingen, dansen en heel belangrijk; om samen Babilu te gaan zoeken, want waar was hij gebleven??
Wij waren iets te vroeg en genoten van koffie en een chocomel in de prachtige zwart met okergeel aangeklede wachtzaal van het theater te Vlaardingen.
Nylan zag zijn favoriete figuurtjes al staan in het merchandise winkeltje en nodigde mij uit daar een kijkje te nemen. Zijn oogjes straalde, en zijn mondje herhaalde het zinnetje ‘gaan wij nou naar het circus bij Bumba mama?’
Nog even geduld, maar gelukkig kwamen daar al gauw heel veel enthousiaste kinderen en papa’s en mama’s dezelfde zaal inlopen. Er klonk muziek, en om het half uurtje dat nog resteerde voordat de show zou beginnen te overbruggen, zongen wij met alle peutertjes en ouders samen over de maneschijn, olifantjes in het bos, visjes in het water en wielen van de bus. Het was gezellig. De kindjes ontspannen. De ouders genietend van de gezichtjes van hun kleine mensjes.
Toen mochten wij de zaal in, samen met een mooi rood verhoog-zitje-voor-op-de-grote-mensen-stoel en zijn nieuwe Bumba-knuffel liepen wij naar twee prachtige gelegen stoelen midden in de zaal. Het zitje werd niet gebruikt maar Nylan installeerde zich lekker op mijn schoot, schoentjes uit om zijn speciaal-voor-vandaag-aangetrokken-Bumba-sokken te tonen en hij vroeg zich af wanneer dat rode gordijn nou open ging. Het duurde even voordat alle ouders met hun kindjes zaten.
Best een onderneming eigenlijk met je kinderen naar het theater bedacht ik mij: ze vinden het spannend, voor vele de eerste keer, ze willen wel op het stoeltje, of toch maar niet, nog even de luier verschonen, of ze wilden nog even rennen en en hup daar ging de rij weer voor ze op staan, en eenmaal uit de rij, dan toch maar weer terug naar papa en mama. Nylan vond het spannend, staarde maar naar het gordijn en kroop dichter tegen mij aan.
Dan eindelijk klonk het welbekende Bumba liedje en werden er kinderen enthousiast, maar stiekem werden vele ouders nog enthousiaster dan zij. Ik moet eerlijk bekennen dat ik Bumba niet het meest leerzame of leukste filmpje op de televisie vind en zet Nylan ook liever voor Sesamstraat of Raad eens hoeveel ik van je houd. Maar natuurlijk wint zijn enthousiasme, zijn lach, zijn straal-oogjes, zijn stemmetje dat zingt, en daarbij al die andere handjes in de zaal die klapten, ouders die precies alle namen van de figuurtjes wisten en vol overgave meegingen in de interactiviteit van het theaterstuk.
Ik werd er vrolijk van, en gelukkig. Het was Nylan’s eerste theaterbezoek. Het is bijzonder dat een niet zo heel mooi (maar wel vrolijk) uitziende clown die een mengelmoes taaltje spreekt dat lijkt op Vlaams (aahh nee, horie horie), Engels (lookie lookie), Italiaans (momento, momento) en nog iets Latijns (uno, due, tre) zo ongelooflijk populair is. Ikzelf vond het leuk dat er een jongen meedeed in de voorstelling (Pim), daardoor werd het iets realistischer.
Het verhaal; wij droomden samen met Pim, een jongetje dat naar zijn oma Liesbeth gaat en zijn koffer zit in te pakken, over een reis die hij graag zou willen maken met zijn favoriete vriendjes Bumba, Bumbalu en Babilu. Alvorens te vertrekken ontdekken wij dat Babilu niet in zijn buggy zit, ‘o nee’ waar kan hij zijn. Gelukkig vinden de kinderen telkens zijn gezichtje op een andere plaats en krijgen wij hints over op welk continent hij zich bevindt.
Op elke plek (vormgegeven op prachtige doeken en door accessoires in een levensgrote koffer van Bumba) krijgen wij uitleg over een typische plaatselijke gewoonte of voorwerpen; te denken aan neuzen neuzen door de Eskimo’s op de Noordpool, met stokjes eten in Azië, of cactussen die prikken in de Far West. Pim neemt van elke wereldplek iets mee in zijn eigen koffer wat later weer te pas komt.
De interactiviteit komt goed tot zijn recht; wij gaan meerdere keren samen dansen, er wordt veel aan het publiek gevraagd, en het bekende ‘blauwe tomaat; neeeeeee, gele tomaat; neeeeee, rode tomaat; jaaaaa’ komt meerdere keren terug wanneer Pim de voorwerpen omschrijft welke wij tegen komen. De stop-met-dansen-en-sta-stil-wanneer-de-muziek-stopt was een groot favoriet voor mijn zoontje en op de terugweg werd die uitvoerig nagedaan.
Er mochten geen foto’s met flits worden genomen in het theater en daar werd streng op gecontroleerd, helaas kon ik dus geen leuke foto in de zaal nemen; maar eigenlijk niet erg, want er zelf heen gaan bij een theater in jullie buurt is écht de moeite waard.
Leeftijd; 1 tot 3 jaar denk ik, oudere kinderen zag ik eigenlijk niet. De voorstelling duurt een uurtje en alle kindjes gingen voldaan (een enkeling iets te moe en dus met traantjes) met rode wangen de zaal uit en een nacht vol mooie dromen volgt.