Laatst schreef ik over het Sinterklaasjournaal, over de eerste aflevering. Inmiddels zijn we een paar weken verder en zit het er bijna op. Het is op het moment van schrijven 5 december en dat houdt tevens in dat pakjesavond in zicht is, maar ook dat Sinterklaas weer uitgezwaaid kan gaan worden. Dan is ook het sinterklaasjournaal weer voor een jaar afgelopen. Best wel jammer moet ik zeggen, want het was toch ook wel gezellig om samen met dochterlief knus op de bank te zitten en het nieuws te volgen over Sinterklaas en zijn knechten.
Wat deed Sinterklaas toch elke keer met al dat geld? Wat moest hij met al die vreemde voorwerpen? Hoewel ik die persoon ben die in een boek op pagina vijftig al (lang) weet hoe het boek gaat eindigen moet ik eerlijk heel eerlijk toegeven dat ik pas dinsdagavond doorhad wat Sinterklaas allemaal wilde doen met de koets, de accordeon en die vele bloemen.
Wat is het toch heerlijk om je weer even kind(erlijk) te voelen en mee te gaan in het verhaal. Vanaf het moment dat Pietje Verliefd zijn vriendinnetje op de boot zag staan, kon ik alleen nog maar grijnzen. Ik sprak in de vorige blog al over dubbelzinnigheden en ook in deze aflevering zaten die er in. De vergelijking met Assepoester en het verloren (papieren) muiltje en natuurlijk de vergelijking met Prinses Máxima. De accordeon en dé traan. Geweldig gewoon! En zo romantisch. Toch? Erg lief allemaal van Sinterklaas om dat ondertussen te regelen.
Wat is hij leuk hè? Nee, niet Sinterklaas hoor, maar hij onder die baard. De man die Sinterklaas speelt. Wat doet hij het ontzettend leuk. Voor ‘kinderen’ van mijn generatie is de echte Sinterklaas natuurlijk Bram van der Vlugt, maar voor de kinderen van dochterlief haar generatie zal Stefan van de Walle dat zijn.
Ik ga er voor het het gemak maar even vanuit dat iedere volwassene inmiddels wel weet dat Stefan van de Walle vroeger Kees Flodder was. Nou ja, speelde dan. Wat me meteen al opviel (en wat ik zo leuk vind) is dat hij nog steeds dezelfde gelaatstrekken heeft als bijna dertig jaar geleden. Ik dacht altijd dat die uitdrukkingen geacteerd waren, maar zo keek (en kijkt) hij echt blijkbaar. Overigens heeft hij daarna nog vele prachtige rollen gespeeld hoor, maar voor mij blijft hij toch een beetje Kees Flodder.
Zou hij eigenlijk ooit echt van dat beeld af komen? De kinderen van nu kennen hem later niet anders dan Sinterklaas, maar voor de meesten van ons zal hij de slungelige, onbeholpen Kees Flodder blijven. Of misschien toch niet? Als ik nu aan Sinterklaas denk (aan Stefan van de Walle) is het eerste dat in me opkomt de twinkeling in zijn ogen, de glimlach op zijn mond en de stem die tegen ons zegt: “dag hoor” met de specifieke tongval. Dan voel ik me voor heel even ook een kind.
Dag hoor… Dag Sinterklaas tot volgend jaar en hopelijk nog vele jaren daarna!