Mijn zoon van 8 jaar heeft de diagnose PDD-nos, een vorm van autisme. Kort uitgelegd is hij een Rainman (van de gelijknamige film) maar dan de light versie, geen nutty professor type dus. Hij mist bijvoorbeeld bepaalde sociale vaardigheden, grapjes begrijpt hij niet en vat hij dingen letterlijk op. Zo zal hij ongeveer 4 jaar geweest zijn toen we bezig waren met zijn uitgebreide naar-bed-gaan-ritueel. We waren wat aan het dollen en ik grapte; ‘Pas maar op dat ik niet in je billen bijt!’ Om zijn Janneke-Jip-pyjama te pakken draai ik me om en word ik door mijn mannetje in mijn bil gebeten. We hebben allebei heel hard gelachen.
Van de week staan we ’s avonds in de badkamer. Op school had hij buikpijn gehad en ik vraag hoe het met zijn buik is. Prompt vraagt hij hoe het met mijn buik is. ‘Mijn buik?’ reageer ik verbaasd. ‘Hoezo mijn buik?’ ‘Nou,’ begint hij, ‘die baby’s zijn er toch met een snee uitgekomen?’ Ik leg hem uit dat zijn mama geen snee in de buik heeft gehad. Dat begrijpt hij niet want hoe zijn de baby’s er dan uitgekomen. Ik vertel hem dat mama’s een babygaatje hebben. Hij kijkt me nieuwsgierig aan en vraagt: ‘Waar zit dat babygaatje dan?’ ‘Bij mijn plasgaatje’ zeg ik. Dan wil hij wel eens weten waar dat plasgaatje zit. In plaats van direct te antwoorden vraag ik hem waar zijn plasgaatje zit. Zijn blik dwaalt af. Je ziet het kwartje zakken. Met een lach op zijn gezicht kijkt hij me weer aan.
Ik geef hem een dikke kus en wens hem welterusten. Hij gaat verder met zijn naar-bed-gaan-ritueel. Daar heeft hij mama niet meer bij nodig.
.