Zojuist was ik twee minuten stil. Samen met mijn kinderen. Kinderen die de Tweede Wereldoorlog alleen uit verhalen kennen. Verhalen over familie die omgekomen is bij een bombardement. Verhalen over een grootvader die ondergedoken heeft gezeten. Verhalen over een grens die afgezet was met ‘dodendraad’. Verhalen over Anne Frank, die een dagboek schreef. Oorlog kennen ze ook van andere verhalen, van films, maar ook van kennissen die de dood zijn ontvlucht door naar Nederland te komen en die nog steeds bang zijn. Oorlog. Vrede. Dood.
Zware onderwerpen om te bespreken met kinderen. Toch zijn we ieder jaar stil. Twee minuten maar. En praten we ieder jaar over oorlog en over wat wij, en andere mensen herdenken. Ieder jaar weer wat meer, ieder jaar mee informatie, meer vragen, meer gevoelens die loskomen bij de kinderen.
En dan zie je op Sociale Media kreten als “dit is niet mijn dodenherdenking“, “dit is niet mijn 4 mei“. Wordt er geklaagd over groepen mensen die te veel aandacht krijgen en groepen mensen die te weinig aandacht krijgen. En dan denk ik bij mezelf dat mijn kinderen beter begrijpen waar we bij stil staan, dan deze mensen, die dit soort berichten op vaak agressieve toon de wereld in sturen.
Herdenken is altijd persoonlijk, ook wanneer je een grote groep mensen herdenkt. Mensen die hun leven gegeven hebben voor onze vrijheid. Een ieder mag dat op zijn of haar eigen manier doen en mensen die anderen beoordelen en veroordelen over de manier van herdenken, hebben de term vrijheid niet begrepen, is mijn mening.
Volgend jaar ben ik weer twee minuten stil. Samen met mijn kinderen. En of mijn kinderen aan hun oma denken of aan iemand uit een film, wanneer het twee minuten stil is, maakt mij niet uit. Zolang ik maar merk dat ze respect hebben voor de vrijheid die wij hebben en andere mensen niet. Zolang ik maar merk dat ze vrijheid niet vanzelfsprekend vinden en er bij stil willen staan dat er mensen zijn die hun leven voor onze vrijheid gegeven hebben.